24 11 2015
Het Orchestre National du Vetex - een vrolijk balorkest met muzikanten uit de Frans-Belgische grensstreek - en het Servische Balkanto Vero hebben de Stadsschouwburg van Leuven ingepalmd voor een stomend multicultureel concert. Terwijl het publiek zich laat opzwepen, kan technicus Bruno Pistorius maar eventjes uitblazen. Hij is van half elf ‘s ochtends in de weer, om er met zijn collega’s voor te zorgen dat de muzikanten in optimale technische omstandigheden kunnen spelen. En na het concert moet alle licht en geluid weer worden afgebroken. Voor half twee vannacht is Bruno niet thuis. “Tja, als de mensen zich vermaken, zijn wij meestal aan het werk”, lacht hij. “Je sociaal leven schiet er wel beetje bij in, en dat is het enige nadeel aan mijn job dat ik kan bedenken.”
‘Je kan hier voortdurend bijleren’
Bruno Pistorius heeft eerst enkele jaren in de bouw gewerkt als elektricien, tot zijn oog viel op een vacature voor elektricien bij de Stad Leuven. Sinds 1987 werkt hij voor het cultuurcentrum, enkele jaren geleden omgedoopt tot 30CC. Toch wel een erg bijzondere overheidsjob, en zeker een van de meest flexibele. “Elke maand ziet ons uurrooster er anders uit. Soms moeten we maar twee dagen werken, andere weken zijn we zeven op zeven aan de slag. Nu, ik ben dat gewend, en er staat een redelijke compensatie tegenover, een langere zomervakantie bijvoorbeeld.”
Bruno Pistorius en zijn tien collega’s zorgen ervoor dat de artiesten die op één van de drie plateaus van 30CC in optimale technische omstandigheden worden ontvangen. Als zij aankomen, zijn de spots al opgehangen en gericht, is de klankapparatuur aangesloten en staat het decor stevig recht. De techniek tijdens de voorstelling is vaak in handen van het gezelschap of de groep zelf, al kan Bruno zich af en toe ook wel eens laten gaan. “De Leuvense amateurtheatergroepen bijvoorbeeld doen vaak een beroep op ons. En als er een wereldmuziekgroep komt, heeft die vaak geen eigen technici mee. Dan kunnen we zelf ook eens creatief zijn. We hebben bijvoorbeeld zelf bewegende spots, en daar speel ik graag eens mee (lacht).”
Op die manier ontmoet Bruno veel mensen van uiteenlopende slag. Bovendien evolueert de techniek zo snel, dat hij voortdurend moet bijleren. Theatertechnicus is sowieso een job die je je vooral op de werkvloer moet eigen maken. Neem nu de automatische ‘trekkenwanden’, die dienen om lichten en decorstukken tot in de nok van het podium op te trekken. Daar komt behoorlijk ingewikkelde software bij kijken. Maar een theatertechnicus in hart en nieren is nieuwsgierig van aard, en ziet al die veranderingen graag komen.
Fysiek valt die job niet te onderschatten, merkt Bruno op. “Drie jaar geleden ben ik geopereerd aan een hernia, en die werd bijna zeker veroorzaakt door mijn job. Er komt heel wat heffen en sleuren aan te pas.” Zijn jongeren bereid om zo’n zware job met extreem glijdende uren nog te doen? “Ik denk niet dat dat leeftijdsgebonden is. Het vraagt offers, en je moet met die flexibiliteit kunnen omgaan, maar je krijgt er ook erg veel voor terug.” |