De meeste mensen kijken bij een voorstelling of een concert niet naar wat er zich achter in de zaal afspeelt. Toch komt een belangrijk deel van wat er op het podium te zien is hier tot stand. Theatertechnici zijn voor, tijdens én na de voorstelling immers druk in de weer met de ideale belichting en het perfecte geluid.
In de Warande lopen zeven theatertechnici rond die om de beurt een voorstelling voor hun rekening nemen. Begin december volgden we Kim en Wout tijdens de opbouw van Club Kuub met Nordmann en Poppel.
Theatertechnicus Kim vertelt: ‘We krijgen voor elke voorstelling een fiche van het gezelschap binnen waarin alle technische aspecten van de voorstelling beschreven staan. Zo komen we onder andere te weten welke lampen we moeten hangen en hoe die afgesteld moeten worden. Het kan gebeuren dat niet alles vanop de fiche ook echt uitgevoerd kan worden. We overleggen dan met het gezelschap wat mogelijk is en of we een alternatief kunnen voorzien. Als er zoals vanavond twee acts gepland zijn, vragen we wel om voor de opstelling rekening te houden met de andere act.’
Soms gebeurt het dat beginnende gezelschappen nog niet goed weten hoe ze aan zo’n fiche moeten beginnen. De theatertechnici van de Warande bieden hen dan graag ondersteuning door bijvoorbeeld te helpen bij een lichtontwerp.
Zodra ze weten wat ze moeten doen, beginnen de theatertechnici aan de opbouw. De lampen worden bevestigd aan de trekken – de lange stalen buizen boven het podium – en de belichting wordt afgesteld op basis van de wensen van de artiesten.
Daarna bouwen de technici ook het podium op. Het podium van de Kuub bestaat uit verschillende tafelachtige structuren die aan elkaar worden bevestigd zodat er een grote, stevige oppervlakte ontstaat waarop de artiesten hun gang kunnen gaan. Het is niet bij elke voorstelling nodig om het podium weer op te stellen; dat gebeurt enkel bij staande concerten waar geen tribune voorzien wordt, zoals de concerten van Club Kuub.
Voor deze editie van Club Kuub kreeg het publiek ook een video te zien waarvoor een reusachtig projectiescherm opgehangen werd.
‘Zodra de opstelling in orde is, kunnen wij of de technici van de gezelschappen zelf aan de slag om het licht en geluid te programmeren’, zegt Kim. ‘Theater- en dansgezelschappen brengen meestal hun eigen technici mee die tijdens de voorstelling achter de knoppen zitten. Voor de overige voorstellingen verzorgen wij vaak zelf het geluid en het licht. Iedere theatertechnicus van de Warande heeft een beetje zijn specialiteit: ik doe vooral het licht en mijn collega Wout houdt zich meestal bezig met het geluid.’
Al het materiaal is aanwezig en het podium staat klaar; tijd voor de soundcheck! De theatertechnici testen de micro’s en monitors, mixen soms op voorhand het geluid en controleren of de kabels van licht en geluid in de juiste contactpunten geprikt zijn.
Ze zorgen er ook voor dat de avond vlot verloopt en dat het tijdsschema gevolgd wordt. Ze letten erop dat het publiek op tijd de zaal binnengaat en geven een seintje aan de artiesten als het tijd is om op te komen.
Het publiek van Club Kuub staat klaar, de lichten gaan uit en Poppel, de eerste band van de avond, komt op. De theatertechnici staan klaar achter de knoppen en zorgen voor nét dat tikkeltje extra beleving.
Na veertig minuten spelen de mannen van Poppel hun laatste noot. De change-over wordt in gang gezet waarbij de technici al het materiaal van Poppel van het podium dragen en vervangen door dat van Nordmann. Ook de kabels van licht en geluid worden opnieuw geprikt in de juiste contactpunten. Zo kan Nordmann het podium en bij uitbreiding de ganse zaal innemen.
Het publiek is enthousiast en beloont de heren met een welverdiend applaus. We gaan ervan uit dat een deel van dat applaus ook voor de theatertechnici bedoeld is, hoewel hun taak er nog niet helemaal opzit. De ganse opstelling moet diezelfde avond nog afgebroken worden zodat de Kuub de volgende dag helemaal klaar is voor de opbouw van de volgende voorstelling.
‘Gewoonlijk kunnen we tussen middernacht en één uur naar huis vertrekken’, zegt Kim nog. ‘We draaien meestal lange dagen van zo’n 15 uur. Dat kan zwaar en vermoeiend zijn, des te meer bij locatieprojecten als WinterWarm waar we buiten en in de koude moeten werken. Gelukkig scheppen we er onder de collega’s zelf ook veel plezier in waardoor de uren voorbij vliegen.’